Een Italiaanse generaal reist in gezelschap van een priester, twintig jaar na het einde van de Tweede Wereldoorlog, naar Albanië. Hij heeft opdracht gekregen, de stoffelijke resten op te sporen van de tienduizenden Italiaanse militairen die in Albanië tijdens de gevechten tussen de Grieken, Italianen, Duitsers en de Albanese partizanen zijn gevallen. 'Er was in die taak die hij ging volbrengen iets van de statigheid van de Grieken en Trojanen, van de plechtigheid van homerische begrafenissen.' Anderhalf jaar lang speurt en graaft hij. Langzaam formeert hij zijn dode leger. Maar daarmee wekt hij ook dramatische gebeurtenissen tot leven.