Tegen de achtergrond van het Rome in de Tweede Wereldoorlog en kort daarna speelt zich het lot af van de al wat oudere weduwe Ida Mancuso en haar opgeschoten zoon Nino. Op een januarimiddag in 1941 wordt zij min of meer bij toeval verkracht door een Duitse soldaat op doorreis naar het front in Noord-Afrika en zo krijgt Nino geheel onverwacht negen maanden later een broertje. Het jongetje is geen lang leven beschoren, maar zijn bestaan is zonnig en betoverend, ondanks de kou, honger en ellende van de oorlog. Zeldzaam vroegrijp als Useppe is beschikt hij over een dieper inzicht dan de meeste volwassenen, die blind door een van de afschuwelijkste tijden van de geschiedenis strompelen.
Door de psychologisch en historisch knappe belichting van oorzaak en gevolg én de afschuw van de oorlog heeft Elsa Morante met een "opmerkelijk meesterschap" (zoals Simone de Beauvoir noteerde) een van de indrukwekkendste antioorlogsromans van de wereldliteratuur geschreven.