In heel vroege tijden was esoterische kennis algemene en openbare kennis. Maar dat is in de loop van de geschiedenis veranderd. Nog altijd betekent het ‘kennis alleen toegankelijk voor ingewijden’ (gnosis dus), maar algemeen is het allerminst meer. In de loop van de achttiende eeuw wordt het rationele/materialistische paradigma dominant. Op dat moment wordt dat wat eerst openbaar is ‘geheim’ en ‘esoterisch’. ‘Esoterie’ heeft de connotatie gekregen van obscuur, zweverig en buiten het mainstream-denken staande. Het is een verzamelbegrip geworden van alles en nog wat, wat niét mainstream c.q. exoterisch is. De esoterische werkelijkheidsbeleving is echter nooit uit de westerse cultuur verdwenen. In dit boek wordt de geschiedenis van de westerse esoterische traditie uitgebreid beschreven. Vanaf de oude tijden tot het heden. Steeds meer blijkt dat in de esoterische traditie door de eeuwen heen, opvattingen en inzichten bestaan waar we vandaag de dag iets aan kunnen hebben. Zoals de opvatting dat de aarde een levend organisme is. Aan de orde komen onder meer de esoterie in de oudheid (het oude Egypte, Plato, Hermes Trismegistus), het zogenaamde esoterische christendom (Jezus, Paulus, Maria Magdalena), manicheeërs, katharen, mystici, graalridders en de verblindende Renaissance. Na de Renaissance bloeien genootschappen op als die van het Rozenkruis, de vrijmetselarij en nog vele interessante bewegingen meer.