In het Duitse stadje Schmallenberg te Sauerland begon de familie Falke – behorend tot de oudste adel van Europa – ooit sokken te breien. Ze werden er wereldberoemd en uiteindelijk steenrijk mee. Jonah is de laatste erfgenaam van de familie, de stamhouder, van de arme tak welteverstaan. Zijn voorvader liep van Sauerland naar Nederland om zijn geluk te beproeven. Zijn nazaten werden soldaten, molenaars en conciërges, leidden geen grootse levens. Aangespoord door zijn oudtante, die vreest dat de familie zal uitsterven als hij zich niet voortplant (‘Je hebt een opdracht in je leven, jongen!’) en de memoires van zijn opa, gaat Jonah op zoek naar zijn voorouders. Welke bloedlijn zou hij precies voort gaan zetten? Een reis langs nog levende familieleden die hem via oostelijk Nederland naar New York, Canada, Berlijn en uiteindelijk Schmallenberg brengt. Onderweg vertelt iedereen zo zijn eigen versie van de waarheid en blijkt achter de ogenschijnlijk keurige familie een geschiedenis van sadisme en geweld schuil te gaan.