Spieren. We gebruiken ze de hele dag. Ons hart klopt, we ademen, praten, lachen, eten, bewegen. Zelfs bij iets relatief eenvoudigs als traplopen zijn maar liefst tweehonderd spieren aan het werk, en als we slapen nog altijd bijna de helft daarvan. En we moeten ze ook blijven gebruiken, want wie een maand in bed ligt, of als astronaut door de ruimte zweeft, ziet zijn spiermassa razendsnel afnemen.
Zonder spieren geen leven. Bijna de helft van ons lichaamsgewicht bestaat eruit, maar wat weten we er eigenlijk van? Wie gelukkiger wil leven en gezond oud wil worden, zal zijn spieren zo goed mogelijk moeten onderhouden. Maar hoe werken ze? Wat is de zin en onzin van alle aanbevelingen om ze sterk en fit te houden? Wat zijn spierziekten? Hoe trainen topsporters hun spieren en wat kunnen we daarvan leren?
In De gespierde mens behandelen huisarts Steven van de Vijver en journalist Martin Brester op aanstekelijke wijze de opmerkelijke veelzijdigheid van ons spierstelsel, gebaseerd op de nieuwste inzichten uit de medische wetenschap. Ze zetten de belangrijkste feiten op een rij en gaan in gesprek met experts en ervaringsdeskundigen, onder wie olympisch kampioenen Pieter van den Hoogenband, Nouchka Fontijn en Sven Kramer. Het resultaat is even verrassend als leerzaam.
Zonder spieren geen leven. Bijna de helft van ons lichaamsgewicht bestaat eruit, maar wat weten we er eigenlijk van? Wie gelukkiger wil leven en gezond oud wil worden, zal zijn spieren zo goed mogelijk moeten onderhouden. Maar hoe werken ze? Wat is de zin en onzin van alle aanbevelingen om ze sterk en fit te houden? Wat zijn spierziekten? Hoe trainen topsporters hun spieren en wat kunnen we daarvan leren?
In De gespierde mens behandelen huisarts Steven van de Vijver en journalist Martin Brester op aanstekelijke wijze de opmerkelijke veelzijdigheid van ons spierstelsel, gebaseerd op de nieuwste inzichten uit de medische wetenschap. Ze zetten de belangrijkste feiten op een rij en gaan in gesprek met experts en ervaringsdeskundigen, onder wie olympisch kampioenen Pieter van den Hoogenband, Nouchka Fontijn en Sven Kramer. Het resultaat is even verrassend als leerzaam.