Als in een film trekken de gebeurtenissen van de afgelopen maanden aan hem voorbij. Bij elk voorwerp dat voor hem op tafel ligt, heeft hij herinneringen: buskaartje, grammaticaboek, briefkaart, plantje citroenmelisse, pakje condooms, een in elkaar gerold laken en een scheermesje. Iedere dag gaat hij met de bus naar school en op een dag ziet hij haar. Als ze hem onverwachts aanspreekt, kan hij zijn geluk niet op. Allerlei dingen uit die tijd bewaart hij zorgvuldig, ook het laken waarop ze één keer hebben gevreeën. Zijn verlangen naar haar groeit, maar zij kan zijn gevoelens niet beantwoorden.