Begin jaren tachtig haalt de vader van Erdal Balci zijn gezin van Oost-Turkije naar de Utrechtse wijk Lombok. ‘Als ik terugdenk aan die periode kan ik mij niet anders herinneren dan dat we dartele kinderen waren tussen de bergen van de Kaukasus, dat het hard woei over het grote plateau en dat we er met z’n allen naar uitzagen om te migreren.’
Erdal groeit op in Nederland, om langzaam te ontdekken dat zijn nieuwe land gevangenismuren om hem, zijn dierbaren en zijn vrienden trekt. Hij beraamt vluchtplannen, maar ontsnappen uit de bajes van de politiek correcte cipiers is moeilijk.
Balci’s beschrijving van ‘de vlucht uit Europa om een Europeaan te worden’ is niet alleen het bijzondere verhaal van een migrantenzoon, maar ook een unieke kijk op de meest brandende kwesties van nu.