Winter 1932-1933. De Duitse economie ligt in puin en de Weimarrepubliek wankelt - in de straten maken ritselaars, avonturiers, extremisten en vechtersbazen van allerlei pluimage de dienst uit. In deze cruciale weken bepaalt een handvol mannen het lot van Duitsland. In De grafdelvers volgen we deze hoofdrolspelers van dag tot dag. We zijn getuige hoe zij in hun machtsstrijd de fragiele democratie afbreken en de fundamenten leggen voor het Derde Rijk.
Hitler streeft nietsontziend naar de absolute macht en zijn secondant Goebbels is aanstichter van opstootjes en rumoer; Kanselier Von Papen probeert krampachtig Hitler aan zijn kant te krijgen en ijvert ondertussen voor een terugkeer naar de monarchie, terwijl generaal Von Schleicher, tot dan zijn politieke bondgenoot, heimelijk een coup plant in een poging zelf het kanselierschap te bemachtigen. Ondertussen proberen zij allemaal in het gevlei te komen bij president Von Hindenburg, de futloze, hoogbejaarde veldmaarschalk uit de Eerste Wereldoorlog. Een dramatische strijd om de macht ontbrandt, vol van intriges, schijnbewegingen, leugens en bedrog.
In een stijl die niet onderdoet voor de spannendste politieke historische thrillers van Tomas Ross en Robert Harris bieden Rüdiger Barth en Hauke Friederichs een ooggetuigenverslag van de laatste tien weken van de Weimarrepubliek, de ondergang van de Duitse democratie en de geboorte van het Derde Rijk. Ze schilderen gebruikmakend van talrijke dagboeken, brieven, krantenartikelen en historische documenten een kleurrijk en meerlagig portret van een tijd die ons bedrieglijk actueel voorkomt. En zij tonen aan dat de weg naar de afgrond in tegenstelling tot de heersende opvattingen zeker niet onvermijdelijk was.