Angola, de jaren zeventig. In het door de burgeroorlog geteisterde land wordt een strijd geleverd die zijn weerga niet kent. Cubaanse inmenging brengt de beruchte terrorist Ramón Santiago in beeld. Hij is gestationeerd in het zenuwcentrum van de Cubanen, een door de Sovjets uitgeruste vliegbasis. Bij hem is zijn zoontje Nicholas, een kind geboren uit Ramóns stormachtige relatie met Isabella Courtney. Wanneer de machtige Courtney-clan lucht krijgt van het bestaan van de kleine Nicholas, en van Isabellas banden met een Zuid-Afrika zo vijandig gezinde man, wordt er een grootscheepse expeditie op touw gezet. Doel is de jongen te bevrijden en Ramón onschadelijk te maken. De levensgevaarlijke missie voert hen dwars door een land in oorlog, waar alles en iedereen tot de tanden bewapend is en het gevaar altijd en overal op de loer ligt.