Al veertig jaar staat Art Keller aan de frontlinie van Amerika’s langst durende conflict: de oorlog tegen drugs. Zijn obsessie om Adán Barrera, de machtigste drugsbaron ter wereld, te vangen heeft hem getekend. Het heeft hem geliefden gekost en zelfs een stukje van zijn ziel. Maar door één monster uit te schakelen heeft hij ongewild plaats gemaakt voor dertig nieuwe. Barrera’s nalatenschap is een heroïne-epidemie die door Amerika raast. Keller wil die stoppen, maar hij is omringd door vijanden. De usual suspects en erger nog: een nieuwe regering die diepe banden heeft met de drugsmaffia.
Van de Mexicaanse woestijn naar Wall Street, van de sloppenwijken in Guatemala naar de marmeren gangen van Washington D.C., volgt Winslow een nieuwe generatie narcos en politie, straatdealers en verslaafden, politici en witwassers, en kinderen die vluchten voor het geweld op zoek naar een beter leven in een nieuw land. De grens is een onverschrokken portret van hedendaags Amerika.