De jongemannen in deze drie klassieke meesterwerken groeien op in de jaren dertig op ranches in het zuidwesten van de VS. Aan de andere kant van de grens lonkt Mexico, met zijn desolate schoonheid en zijn wrede belofte van een plek waar dromen met bloed bekostigd worden.
John Grady steekt in Al de mooie paarden de grens over op zoek naar werk als cowboy, Billy Parham onderneemt in De grens een gevaarlijke reis om een wolvin te redden en terug te brengen naar de bergen van Mexico, in Steden van de vlakte treffen zij elkaar in een schitterende vertelling over vriendschap en liefde, een zwartomrande ode aan de Amerikaanse frontier.