Switi Sranan, een land zo anders dan Nederland en toch vertrouwd; zo ver weg en toch dichtbij. Karin Anema baant zich in haar eentje een weg door Suriname en raakt in de ban van de rijkdom aan culturen en van het betoverende binnenland. Van Paramaribo tot in het hart van de Amazone heeft ze verrassende ontmoetingen. Haar voorliefde voor met de grond en de natuur vergroeide inheemsen brengt haar naar het ongerepte oerwoud van de indianen. Met hen gaat ze op expeditie en vaart ze door talrijke gevaarlijke stroomversnellingen, zoals indianen al eeuwen gewend zijn te doen.
Tijdens een van haar tochten ontmoet ze de marrons, de nakomelingen van de gevluchte slaven, en wordt deelgenoot van de kennis van een Surinaamse medicijnman. In De groeten aan de koningin beschrijft Karin Anema een avontuurlijke reis door een fascinerend land dat nog steeds een voelbare band met Nederland heeft. In Suriname kruist Nederland voortdurend je pad. Daarmee is het boek tegelijkertijd een confrontatie met onze eigen geschiedenis.
Tijdens een van haar tochten ontmoet ze de marrons, de nakomelingen van de gevluchte slaven, en wordt deelgenoot van de kennis van een Surinaamse medicijnman. In De groeten aan de koningin beschrijft Karin Anema een avontuurlijke reis door een fascinerend land dat nog steeds een voelbare band met Nederland heeft. In Suriname kruist Nederland voortdurend je pad. Daarmee is het boek tegelijkertijd een confrontatie met onze eigen geschiedenis.