Er is nog niets aan de hand. Maar als je de linzen op je bord aanziet voor uitvergrote kankercellen, begin je toch te twijfelen. De dichter in de poëzie van Iduna Paalman is angsthaas en riskmanager ineen, steeds zoekend naar het einde van de onvermijdelijke dreiging. Uit haar zinnen spreekt het gevaar je geruststellend toe, maar wat moet je geloven? Kun je een breuk echt uit een bot wegdenken, een schaafwond uit een tegel halen, een grom uit een hond? En wanneer is het afdoende? In scènes uit een zorgvuldig opgebouwd bestaan tonen deze sprankelende en ontregelende gedichten de al te menselijke pogingen om gevaar in te dammen en broos geluk te stutten in bakstenen.