Nederland zucht al vier jaar onder de Duitse bezetting, als een groep vastberaden verzetsvrienden de wapens opneemt. De tijd van onzichtbaar en klein verzet is voorbij. Ze deinzen nergens voor terug, plegen overvallen, blazen spoorlijnen op en bevrijden twee maten uit het Huis van Bewaring.
Hun leider is Derk Smoes, een ondergedoken bankmedewerker en gezocht door de nazi’s. Na de hete verzetszomer van 1944 krijgt hij een gouden tip. In de kluizen van twee banken in het oosten van het land ligt meer dan 200 miljoen gulden. Cash.
Een plan wordt gesmeed. Door de spoorwegstaking is voor de hulp aan onderduikers dringend geld nodig. Veel geld.
Na toestemming uit Londen slaan ze toe. De kisten vol buitgemaakte bankbiljetten verdwijnen veilig in een hooiberg. Zelfs Churchill wordt op de hoogte gebracht van wat de grootste bankoverval ter wereld blijkt te zijn.
De euforie is groot, maar niet overal. De Duitsers zijn beschaamd en woedend tegelijk. Ze zetten alles op alles om het geld terug te krijgen en de daders te pakken. Een beruchte oud-Gestapo officier van de Sicherheitsdienst krijgt de leiding over het onderzoek.
De jacht is begonnen…