Met het overlijden van Harry Mulisch is de discussie over De Grote Drie niet ten einde. W.F. Hermans, Harry Mulisch en Gerard Reve bestormden na de Tweede Wereldoorlog het literaire firmament op een nooit geëvenaarde wijze. Begin jaren zeventig noemde criticus Kees Fens hen 'De Grote Drie'. Fotograaf Friso Keuris heeft hen alledrie voor zijn lens gehad. Zijn portretten van De Grote Drie zijn veelzeggende iconen die erom vragen te worden geduid in het licht van hun gezamenlijke geschiedenis. Drie collega-schrijvers en bewonderaars wordt daarom gevraagd te reageren op een portret en te beargumenteren waarom de schrijver in kwestie de grootste is van de drie. Uiteraard zijn ook deze schrijvers met een portret vertegenwoordigd. Friso Keuris zelf vertelt over het portretteren van schrijvers. Wat kenmerkt een schrijversportret? In hoeverre wijkt dit af van portretten van coryfeeën uit andere beroepsgroepen?