In 'De Grote Vloed' wordt verteld over Moos, zijn opa Leon, hun vrienden de professor en de burgemeester, en de avonturen die zij beleven op zee en in het land op de enige berg die na de vloed nog boven water uitsteekt. Het is een huiveringwekkend verhaal, dat je het liefst met je ogen dicht zou lezen, maar het is tegelijkertijd dolkomisch, de pret spat van de pagina’s, en filosofisch. Het speelt zich af in de toekomst en toch – of juist daardoor – zegt het veel over de tijd waarin wij leven. Maar De Grote Vloed is vooral een ontroerend boek over vriendschap en vertrouwen.