In het midden van de negentiende eeuw trekt Clark, een Engelse natuuronderzoeker en de zwager van Darwin, door Argentinië op zoek naar het zeldzaamste en meest ongrijpbare dier: de legibrerische haas. Hij wordt vergezeld door een baquiano en een jonge aquarellist uit Buenos Aires. De reis begint in Salinas Grandes, aan het hof van Cafulcura, en eindigt maanden later op onnavolgbare wijze in Sierra de la Ventana.
Ondanks diverse waarnemingen en aanwijzingen is de haas niet gemakkelijk te vinden; woorden blijken in Mapuche- en Voroga-talen meerdere betekenissen te hebben en bovendien moet er ook nog een vermist opperhoofd worden opgespoord. Doldriest en hoogst grappig combineert César Aira het absurde met het verbijsterende tot een van de meest unieke en briljante romans die de Argentijnse literatuur heeft voortgebracht.