graanhandelaar en kunstliefhebber, een verzameling netsukes: traditionele Japanse
figuren van ivoor of hout. De kostbare beeldjes worden een geliefd familiebezit.
Wanneer veertig jaar later de nazi’s Wenen bezetten en de Joodse Ephrussi’s
word afgevoerd, is ook het lot van de collectie onzeker. Dankzij een onverwachte
wending en de moed van één vrouw vinden de beeldjes hun weg terug naar de
familie.
In De haas met ogen van barnsteen vertelt Edmund de Waal het illustere verhaal
van zijn familie en hun bijzondere bezit. Tegen de achtergrond van een tumultueuze
eeuw volgt hij de reis van de netsukes langs de stamboom van zijn
opmerkelijke familie: van het ontluikend imperium van de Ephrussi’s in het
verre Odessa naar het fin de siècle in Parijs, en van bezet Wenen naar het
naoorlogse Tokio.