Straatboekhandelaren zijn lang boekenjoden genoemd, of ze nu joods waren of niet. De meeste waren arme marktkooplieden die nauwelijks sporen hebben nagelaten. Maar sommige, met name de boekverkopers die met een kraam op het Haagse Binnenhof stonden, werden beroemd. Ze hadden veel premiers, ministers en Kamerleden als klant. Aan de hand van vermaarde, vergeten en fictieve boekenjoden laat dit boekje zien welke rol straatboekhandelaren speelden tussen grofweg 1750 en 1950. In die periode functioneerden zij vaak als noodbank voor studenten en scholieren. Sommigen haalden de krant als leveranciers van schrijvers, bibliotheken en musea, anderen als helers en boekvervalsers. Op boekenveilingen waren ze berucht en niet alleen dienstmeiden klopten bij hen aan voor leesadviezen.