In dit derde deel van De harde kern, Met zijn drieën, worden de jeugd, de snel afgebroken studententijd in Amsterdam en de Parijse jaren van de hoofdpersoon beschreven, die nu onomwonden Frida heet. Parallel daaraan wordt het leven van de schrijfster die vijftig jaar later uit het kind van toen is gegroeid, beschreven. Met gebruik van authentiek materiaal wordt de wereld van de hoofdpersoon en de personages die daarin optreden zo volledig en nauwkeurig mogelijk in beeld gebracht. Het raadsel dat Berta Mees in de twee vorige delen bleef, ondanks de minutieuze beschrijvingen van haar doen en laten, gevoelens en gedachten, wordt in de buurt van een oplossing gebracht, al blijft de 'harde kern' waar het in Vogels' oeuvre om te doen is, essentieel onvatbaar.
Frida Vogels ontving voor boek 2 van De harde kern, Met zijn drieën, de Libris Literatuur Prijs 1994.