In de achterbuurten van het mijnwerkersstadje Tyneside slaat het leven meedogenloos toe. De mannen, als ze al werk hebben, zetten hun loon direct om in drank, terwijl de vrouwen de kinderen ternauwernood te eten kunnen geven. Werkloosheid, armoede en honger bepalen ook het leven van de O'Briens. Moeder Mary Ellen vecht voor een menswaardig bestaan voor haar vijf kinderen. Haar man, een agressieve alcoholist, maakt het er niet gemakkelijker op. Mary Ellen vindt troost bij haar oudste zoon John en haar dochtertje Katie, twee gevoelige en intelligente kinderen. Deze eigenschappen zijn in Tyneside onbekend, en dus onbemind. Het wordt Katies ondergang; in een vlaag van woede wordt zij door een van haar broers de dood ingedreven. Zal John ondanks alle tegenslagen het geluk vinden?