Waarom zijn we niet tot meer bereid, hoewel we weten dat de natuur, het milieu en het klimaat onder druk staan, de verstedelijking steeds toeneemt en het platteland verdwijnt? Omdat we ons superieur voelen? Mens, dier en ding zijn nauwer met elkaar verweven dan we willen toegeven. In De hazenklager gaat het antropocentrisme op de schop.
In deze bundel probeert Paul Demets opnieuw voeling te krijgen met de natuur en de nabije omgeving. Vier jaar lang sloeg hij als plattelandsdichter binnenwegen in, observeerde hij planten en dieren en praatte hij met de mensen die zijn pad kruisten. Maar de interactie tussen mens, milieu en samenleving is complex. De hazenklager is een pleidooi voor het aanvaarden van vreemdheid en ambiguïteit.