Carlos en José, twee bevriende en zeer welgestelde rechtenstudenten, spelen dat ze dichters op een zolderkamertje zijn, maar hun ambitie is aanzienlijk groter dan hun talent. Dus bedenken ze een plan: ze verzinnen een mysterieuze en aantrekkelijke vrouw, Georgina Hübner. Onder haar naam schrijven ze intieme brieven aan een beroemde Spaanse dichter, in de hoop dat hij speciaal voor haar een gedicht zal schrijven. Daarmee kunnen Carlos en José dan vervolgens pronken in hun onbekende literaire tijdschrift. De dichter beantwoordt Georgina's brieven trouw en steeds vuriger, maar een gedicht blijft uit. Carlos bedenkt een plan dat meer kans van slagen heeft: een roman maken van Georgina's correspondentie met de dichter.
Helaas stokt de brievenaanvoer uit Madrid wanneer er in Lima stakingen uitbreken. Die stakingen leiden tot een scheiding van geesten tussen José, die niets met het gepeupel te maken wil hebben, en Carlos, die door de gewelddadige gebeurtenissen tot een ander sociaal en politiek inzicht komt. Als alle hoop op verder contact
met de dichter is vervlogen, volgt er ten slotte toch nog één brief...