Erik Winter, net terug van ouderschapsverlof, wordt al gauw weer helemaal opgeslokt door zijn werk. Vier studenten zijn 's nachts in elkaar geslagen en bijna vermoord. Geen van hen heeft de dader gezien. Rond diezelfde tijd vertelt een kleuter te zijn meegenomen door een 'oom'. Niemand gelooft het kind, totdat een leeftijdgenootje zwaargewond wordt gevonden, na een autoritje met zo'n 'oom'.
Sporen ontbreken, terwijl de gruweldaden zich opstapelen. Maar gaandeweg ziet Winter enig licht in de schijnbare chaos.