Een nietsontziend verhaal over ontworteling, vervreemding en verlies voor lezers van PAAZ, Of ik gek ben, Hallo muur en de boeken van Tip Marugg.
Curaçao, eind jaren negentig. De Nederlander Arthur Poolman heeft een baan aangenomen op een middelbare school. Zijn verwachtingen zijn hooggespannen: op Curaçao zal hij zich losmaken van zijn wortels en worden wie hij echt is. Het kost hem echter moeite om grip te krijgen op de keiharde, dorre rotsen van het eiland. Zijn Nederlandse collega’s zien Curaçao gewoon als Nederland met ideaal weer, maar Arthur voelt zich er stuurloos. Hij raakt onder invloed van de raadselachtige, rebelse Ralph Veerman, die hem meesleept naar de duistere hoekjes van het eiland. Tegelijkertijd trekt Nederland hard aan Arthur: het gaat slecht met zijn vader, al probeert die dat voor zijn zoon verborgen te houden.
Op een broeierig Curaçao dat van elke valse romantiek is ontdaan, zoekt Arthur houvast bij de Antilliaanse literatuur, de vrouwen van Campo Alegre en de fles. Als de eclips van 26 februari 1998 het eiland voor even helemaal op zwart zet, gaat hij op zoek naar licht: boven op de Christoffelberg. Daar komt hij definitief los.
Over Tonic
‘Ralf Mohren is Bukowski in de polder. Wat een moedig boek: het bezorgt je een enorme kater en het enige wat gaat helpen is het volgende boek van Ralf Mohren.’ Frank Lammers
‘Dit boek lest alle dorst.’ Myrthe van der Meer, auteur van PAAZ
‘Het zijn maar woorden op papier, zoals het motto van Bukowski luidt, maar jezus, wat hakken die erin.’ LINDA.
'Het verhaal van Arthur is levensecht, rauw, indrukwekkend.’ Hebban.nl
‘Mohren schrijft gemakkelijk, in prettige, eigentijdse taal.’ Eindhovens Dagblad