Over de fundamenten van de beschaving en de noodzaak van mythes.
Ooit was de mens een weerloos dier, opgejaagd door andere dieren. Tot hij andere dieren na ging doen en zich wapende met vuistbijlen en pijlen: hij werd jager en begon zichzelf te zien als mens. Het was de eerste stap op weg naar de macht. In de meest uiteenlopende culturen, in tijd en ruimte ver van elkaar verwijderd, herkende de mens in de sterren, die hij elke nacht aan de hemel zag, zijn eigen verhalen, zijn angsten en zijn dromen, in de vorm van goden, demonen, monsters. In die verhalen speelt heel vaak de jager een hoofdrol, aan de hemel verbeeld door Orion, de hemelse jager, en zijn hond Sirius.
Die mythen zijn nog steeds verweven met ons dagelijks leven. Calasso neemt ons mee van de Steentijd via Egypte, het oude Griekenland en de Turingmachine naar de kunstmatige intelligentie van onze tijd. Zo maakte hij verbanden zichtbaar die onze kijk op onze eigen tijd verhelderen.