De vierenveertigjarige hoboïst Lino Nomellini speelt en woont sinds kort in Parijs, nog altijd hunkerend naar zijn grote liefde Inés, die om nooit opgehelderde redenen spoorloos uit zijn leven verdween toen zij beiden zeventienjarige scholieren in Amsterdam Noord waren.
Een jonge vrouw die hij bij de Pont Mirabeau ontmoet, lijkt in al haar schoonheid als een droombeeld op Inés, zoals hij zich voorstelt hoe zij op haar tweeëntwintigste moet zijn geweest. Wat aanvankelijk op de euforische hervatting van een hemels sprookje lijkt, verandert in een ware nachtmerrie wanneer Lino ongewild maar onontkoombaar betrokken raakt bij de activiteiten van een excentrieke ondergrondse groepering, die van plan is een ontwrichtende aanslag te plegen.
Het bewogen verslag van Lino Nomellini van deze gebeurtenissen maakt deel uit van een intrigerend spel van elkaar inhalende en opslokkende werkelijkheden. De hemelse kamer is een intense roman over de ophitsende en de verlammende ban van de liefde, over lotsbeschikking, en over de precaire voorwaarden voor een gelukkig bestaan.