CIA-agent Jan Jordi Kazanski reist undercover naar Moermansk om de moord op Viktor Sjapkin te onderzoeken. Sjapkin, ex-officier van een Russische elite-eenheid, werkte samen met de Amerikaanse inlichtingendienst: hij kon helpen bewijs te leveren voor het dumpen van nucleair afval door de Russen. Kazanski belandt in een confrontatie tussen diverse veiligheidsdiensten, de Russische maffia en politieke belangen.