Een Nederlands patrouilleschip stuit op een verdronken wadloper, aangespoeld op de drooggevallen zandplaat De Hond. Voordat de vloed het lichaam meesleurt, bergt de bemanning het en neemt het mee naar Delfzijl. Het slachtoffer heeft de Duitse nationaliteit, de zandplaat bevindt zich in betwist grensgebied. De Duitse justitie eist dat het slachtoffer onmiddellijk wordt uitgeleverd, maar de Nederlandse brigadecommandant weigert. Een internationaal conflict is geboren.
Terwijl de leidinggevenden ruzie maken, stuurt de tweede man van de Bundespolizei See in Cuxhaven heimelijk een rechercheur naar Delfzijl om op informele wijze een onderzoek te starten. Zijn naam is Liewe Cupido, Duitser van geboorte, opgegroeid op Texel. Zijn Duitse collega’s noemen deze eigenzinnige, zwijgzame collega ‘de Hollander’. Het slachtoffer blijkt een ervaren wadloper en hoe meer Cupido te weten komt, hoe raadselachtiger de omstandigheden omtrent diens dood lijken te worden.