Eens in de zoveel tijd verschijnt er een boek dat onze manier van denken grondig verandert. De hond van de filosoof is zo’n boek. Raimond Gaita vertelt verhalen over de dieren uit zijn leven, zoals de hond Orloff, de kaketoe Jack en de poes Tosca. De verhalen getuigen van een grote liefde voor dieren voor mensen, en Gaita’s vertelkracht gaat gepaard met een diepe filosofische verwondering. Wat gaat er door Gypsy heen als ze op haar mat ligt? Kunnen we gevoelens als liefde, toewijding, trouw, verdriet, moe en vriendschap aan dieren toeschrijven? Waarom geven we zoveel om het ene dier en zo weinig om het andere?
Voortbouwend op het werk van schrijvers als J.M.Coetzee en Hannah Arendt, en filosofen als Ludwig Wittgenstein en Ren escartes, biedt Gaita een andere manier van denken over dieren en roept ons op ze het respect te geven dat we ze schuldig zijn. Want het onderscheid tussen mens en dier is niet zo scherp en de communicatie met dieren dwingt ons naar onszelf te kijken.