De relatie tussen Grieken en Romeinen en het dierenrijk is het onderwerp van dit boek. Allereerst beschrijft Fik Meijer het beeld dat er in de oudheid van wilde dieren bestond. Machthebbers, gegrepen door de gedachte dat ze ook in de wildernis de baas moesten zijn, brachten beesten uit alle windstreken naar hun steden om daarmee hun macht te tonen. Ze werden meegevoerd in opvallende parades en kwamen in actie bij gruwelijke gevechten in de arena. Tegelijkertijd was er ook liefde en bewondering. Honden werden vaak liefkozend beschreven als trouwe metgezellen, en paarden konden tijdens het populairste volksvermaak van Rome, de wagenrennen, uitgroeien tot publiekslievelingen.
Verder bevat De hond van Odysseus enkele ontroerende verhalen over de emoties die opvallende dieren, onder andere dolfijnen, bij mensen opriepen, en belicht het boek de `dierenhobby s van Romeinse keizers. Meijer vertelt ons ook nog over de strijd van vegetariërs, en over de smaak van carnivore Romeinen aan de hand van enkele exquise vis- en vleesrecepten. Ten slotte vraagt hij zich met de schrijver Plutarchus af of de mens wel intelligenter is dan het dier.
Fik Meijer is veruit de populairste schrijver over de oudheid in Nederland en Vlaanderen, en zijn werk is in vele talen vertaald. Elk van zijn boeken vindt zijn weg naar vele duizenden lezers.