In 1899 schreef de burgemeester van Jeruzalem, gealarmeerd door de oproep om een Joodse staat in Palestina te vestigen, een bezorgde brief aan Theodor Herzl. De brief eindigde met de woorden: 'In naam van God, moge Palestina met rust gelaten worden.' Zo begint Rashid Khalidi, de achter-achterneef van deze burgemeester,
De honderdjarige oorlog tegen Palestina. Op basis van niet eerder gebruikt archiefmateriaal en verslagen van generaties familieleden, zet Khalidi gangbare interpretaties van het Israëlisch-Palestijnse conflict op hun kop. Hij schetst het patroon van een oorlog tegen de Palestijnen, van de Balfourverklaring in 1917 tot de Arabisch-Israëlische Oorlog van 1948, de Israëlische invasie van Libanon in 1982 en het steeds weer falende vredesproces.
De honderdjarige oorlog tegen Palestina is geen verhaal van slachtofferschap, noch probeert het de fouten van Palestijnse leiders of de opkomst van nationalistische bewegingen aan beide kanten te ontkennen. Maar door de geschiedenis op een heldere manier in kaart te brengen vanuit Palestijns perspectief, geeft dit boek een nieuwe kijk op een conflict dat tot op heden voortduurt.