Niet voor niets haalde deze 'roman' de shortlist van de Grote-Boekprijs. Als door het oog van de camera registreert Danilov het leven van de mens, van die in zijn omgeving, van hemzelf. Er gebeurt van alles, maar er verandert niets, zoals het motto stelt. Elke dag verloopt van 'het ontwaken', vroeg of laat, monter of niet, tot het 'innemen van de horizontale stand, het verzinken in de slaap', laat of nog later. Onderwijl wordt gereisd en geleefd. Dmitri Danilov beschrijft op bedwelmende wijze het leven van de mens, de Russische mens van nu, de mens die hij toevallig zelf is. Hij beschrijft deze consequent als een soort hij, als een of de ander. Niet 'Ik ging naar de kerk om te biechten', nee: 'De gang naar de kerk en het doen van de biecht', bij wijze van spreken. Maar o, wat gaat er een emotie schuil achter deze schijnbaar gevoelloos geobjectiveerd trivialia! Is dit een roman? Weet ik het!? Ja, toch wel, denk ik. Het is de sage van het jaar 2010, in het moderne Rusland, maar volgens de oude kalender, van de man die van oud werk naar nieuw werk gaat, in weer een crisis, die Archangel en New York aandoet, die vergeefs en minder vergeefs schrijft aan 'broodboeken' voor 'het bedrijf dat toeziet op het gas', voor 'het bedrijf dat de werknemers van de gassector van volwaardige voeding voorziet', voor 'het bedrijf dat gas wint in de omgeving van Kogalym'. Je merkt dat Danilov een groot bewonderaar is van het werk van Leonid Dobytsjin (1894-1936), de man die ook zo veel trance en mantra in zijn roman, novelle en verhalen stopte. De jongste roman van Danilov gaat over de stad waar Dobytsjin woonde: Beschrijving van een stad (2012)
Ik ken het adres van de Dmitrijevstraat 17, ik ken de portiek, ik ken de flat, ik ken de keuken... Ik ken de man, ik ken zijn werk. Het is een voorrecht zijn vertaler te zijn.