Na schitterende romans die waren gesitueerd in de victoriaanse tijd en in de jaren veertig, richt bestsellerauteur Sarah Waters haar vizier in haar nieuwe boek op de jaren twintig. Alles is, na de Eerste Wereldoorlog, kapot. Kan er dan nog liefde bestaan? Het is 1922, de situatie in Londen is gespannen. De mannen die op de slagvelden in Europa hebben gediend, zijn gedesillusioneerd en getraumatiseerd. Velen van hen zijn werkeloos, arm en hongerig en eisen maatschappelijke verandering. In Zuid-Londen, in een villa op stand in Camberwell een groot, stil huis, beroofd van de heer des huizes, zijn zoons en zelfs van bedienden zien mevrouw Wray en haar alleenstaande dochter Frances zich genoodzaakt huurders in huis te nemen. De komst van Lilian en Leonard Barber, een jong echtpaar uit een ander milieu, zet de gang van zaken in de villa op zijn kop. Gevoelens laaien op en niemand die voorziet hoe ingrijpend en verwoestend de veranderingen zullen zijn.