Waarom zou de veraste grootmoeder straf verdienen? Op zoek naar antwoorden verdiept het hoofdpersonage zich in haar familiegeschiedenis. We schrijven de late jaren zestig. De hele wereld lijkt te veranderen, maar in het burgerlijke, katholieke West-Vlaanderen blijft veel bij het oude. Haar vader gaat als kind wekelijks met zijn ouders naar de kerk, voor de vorm. Daarna wordt er gegeten, gedronken en naar Maria Callas geluisterd, vaak in het gezelschap van Albert, de rijke, excentrieke huisvriend. Hij betaalt ook alle gezinsvakanties naar de chique Europese oorden van plezier. Maar onder dat laagje van luxe en het goede leven schuilen onuitspreekbare, destructieve verlangens. Waarom fluisteren moeders dat zij hun kind niet bij Albert achter durven laten? En waarom lijkt liefde in dit milieu zo vaak een transactie? Heleen Debruyne vond de inspiratie voor De huisvriend in brieven en dagboeken van haar grootouders. Dat zette haar aan tot een verkenning van moederschap, liefde en intimiteit. Een verhaal over hoe het verleden koppig blijft doorwerken.