Lisa Kavel woont samen met haar zoon Marlon in de voormalige aula van de Zuidwesterbegraafplaats, waar de oude beheerder Peters hun in het weekend onderdak biedt. Door de week verhuurt Lisa zich aan gezinnen waarvan de moeder is vertrokken of overleden. Als huurmoeder stelt Lisa orde op zaken en zet ze met ijzeren hand het gezinsleven weer op de rails. Wanneer Lisa als huurmoeder in het gezin van Fred terechtkomt, ontfermt ze zich over Lot, een recalcitrante puber die via internet de dagelijkse realiteit probeert te ontvluchten. Naarmate zij meer bij Freds gezin betrokken raakt, blijkt al snel dat Lisa er een dubbele agenda op nahoudt. Niets is wat het lijkt en de motivatie van Lisa om zich te verhuren lijkt veel verder te gaan dan broodwinning alleen. Samen met haar zoon Marlon raakt zij verstrikt in een duistere wereld van mensenhandel en misdaad.