Angelo Pardi, een jonge naar Frankrijk verbannen huzarenkolonel, is belast met een mysterieuze missie. Hij is op zoek naar Giuseppe, een Carbonaro zoals hij, die in Manosque woont. Maar de wegen zijn geblokkeerd, de steden gebarricadeerd en reizigers worden in quarantaine geplaatst. Daarnaast wordt Angelo ervan verdacht het water te vergiftigen. Het enige toevluchtsoord dat hij bij toeval ontdekt, zijn de daken van Manosque. Tussen hemel en aarde observeert hij de talloze lijkkarren, aanschouwt hij de pracht van het landschap en raakt hij bevriend met een kat. Maar op een nacht, tijdens een expeditie, ontmoet hij een in alle opzichten buitengewone jonge vrouw…