Ze stond in een tuin. Een tuin van ijs. Elke boom, elk blaadje, elke steen, elk grassprietje was glinsterend wit. Jess deed haar ogen dicht en daarna weer open. De tuin was er nog steeds. Hij bestond echt. Ze besefte dat ze haar adem inhield, alsof ze bang was om een betovering te verbreken.
Jess is allergisch voor zonlicht. Wanneer ze naar buiten gaat, verbrandt ze meteen. Ze voelt zich eenzaam en geïsoleerd. Op een nacht gaat ze stiekem naar buiten, naar de verlaten speeltuin. Ze ontdekt een mysterieuze tuin, een schitterende tuin van ijs, een tuin waar ze eindelijk vrij kan zijn. Maar ze is er niet alleen… Wat wacht daar, wat fluistert daar in die onwerkelijke wereld van ijs?
Jess is allergisch voor zonlicht. Wanneer ze naar buiten gaat, verbrandt ze meteen. Ze voelt zich eenzaam en geïsoleerd. Op een nacht gaat ze stiekem naar buiten, naar de verlaten speeltuin. Ze ontdekt een mysterieuze tuin, een schitterende tuin van ijs, een tuin waar ze eindelijk vrij kan zijn. Maar ze is er niet alleen… Wat wacht daar, wat fluistert daar in die onwerkelijke wereld van ijs?