Mans Petersen, bijgenaamd de Imker, maakt naam als fokker van bijenrassen. Hij woont in een boerderij bij het landgoed Morren waar hij een kalm, onopvallend bestaan leidt. Toch gaan er vreemde geruchten over zijn verleden, waarvan niemand het fijne weet. Jonkvrouw Gonda van Walsum keert na de dood van haar geliefde uit Zuid-Afrika terug naar IJsselmonde. Haar erfgoed verkeert in deplorabele staat. De familiebank staat op de rand van faillissement en haar landgoed Morren dreigt onder de hamer te vallen. In een ultieme poging het bankroet af te wenden gaat Gonda terug naar Zuid-Afrika om goud te kopen als onderpand. Haar halfbroer John van Langen sterft in zijn cel waar hij als huurmoordenaar een lange gevangenisstraf uitzit. In zijn hals zitten twee bijensteken, maar voor justitie de doodsoorzaak kan onderzoeken wordt het lijk uit de gevangenis gestolen.
Commissaris Ben van Arkel en rechercheur proberen de raadselachtige verdwijning op te lossen. Ze ontdekken dat de halfbroer van Gonda deel uitmaakte van een uitstekend georganiseerde Oekraiense bende die op haar landgoed aast, maar ze worden ingehaald door een gebeurtenis met dramatische gevolgen.