Er wordt altijd gezegd dat tegenpolen elkaar aantrekken. Dat lijkt te kloppen, want ik snap echt niet waarom ik me anders zo aangetrokken voel tot Colin Fitzgerald. Hij is niet mijn type: hij zit onder de tattoos, en hij is gek op gamen en ijshockey. En hij denkt dat ik oppervlakkig ben. Maar dat is niet het enige wat tegen hem spreekt:
- Hij is heel goed bevriend met mijn broer.
- Zijn beste vriend is verliefd op me.
- En ik woon met hem in één huis.
Dat maakt op zich niet uit – ik heb genoeg aan mijn hoofd. En hij heeft heel duidelijk gemaakt dat hij me niet ziet zitten, ook al knettert het altijd tussen ons.
Mocht mijn sexy huisgenoot ooit van gedachten veranderen, dan weet hij me te vinden…