Ronald is 14 jaar als hij een dagboek krijgt. Hij vindt het onwijs kinderachtig, maar begint er toch in te schrijven. Bijvoorbeeld over de thuiskapster, die zijn haar te kort knipt waardoor hij nooit op Kurt Cobain zal lijken. Over de assistente in Rad van Fortuin (de favoriete tv-show van zijn moeder) die in zijn ‘tongtopdrie' belandt. Over bakkersmeisje Valerie, bij wie hij vaak een halfje wit en een halfje bruin haalt. En over nog veel meer meisjes. Op geestige wijze vertelt hij over school, familiegedoe, lichamelijke ongemakken en de liefde (lees: tongzoenen) – en dat alles onwijs eerlijk.
Ronald Venema was in de jaren negentig als tiener dagboekschrijver en zette alles op papier. Toen hij de dagboeken na jaren weer tegenkwam, maakte hij er een succesvolle podcast van. De serie roept veel herkenning op bij pubers én volwassenen. Geen enkele lezer zal dit boek dichtslaan zonder een keer hardop te lachen.
‘Veel openhartiger dan dit krijg je het niet.’
Trouw
‘Op droge, maar ook puberdramatische toon beschrijft hij (met vele uitweidingen) wat hij allemaal meemaakt op het gebied van school, liefde en lichamelijke en sociale ongemakken.’
VPRO Gids