De joodse tijdreizende matriarch Yente volgt het leven van controversieel religieus leider Jacob Frank (1726-1791), die duizenden joden bekeerde tot het Frankisme, een eigen samenraapsel van joodse en christelijke elementen. Frank werd veroordeeld voor de religieuze orgiën die voortkwamen uit zijn interpretatie van de Torah – ook het zogenaamde ‘bloedsprookje’ (de mythes over moord bij joodse rituelen) speelde hier mee. Tokarczuk beschouwt deze charismatische, mysterieuze figuur door de ogen van joden, moslims en christenen, van de mannen en vrouwen die hem bewonderden en die hem haatten, en van die ene vrouw die hem als enige werkelijk leek te zien.
De Jacobsboeken is een literaire krachttoer die voert langs het Oostenrijks-Hongaarse rijk, het Ottomaanse rijk en het Pools-Litouwse gemenebest, en gaat over leven, liefde, vriendschap, dood, seks, religie, wetenschap, geopolitieke verhoudingen, transcendentie, taal, alchemie, kabbala, waarheid, en nog veel meer.