Musa Salah, een Palestijnse archeoloog, vindt bij de Dode Zee een gouden boekrol. Groot is zijn consternatie als hij zich realiseert wat hij in handen heeft: de legendarische, eeuwigdurende eigendomsakte van de stad Jeruzalem, die door Melchisedek geschonken is aan de zoon van Abraham. Maar aan welke zoon? Ismaël, stamvader van de Arabieren, of Isaak, stamvader van de joden? Deze rol kan de strijd rond Jeruzalem voorgoed beslissen. Om de rol te ontcijferen, roept Musa de hulp in van de joodse Leah Rosenberg en de rooms-katholieke priester Michael Kelly. Alle drie hebben ze zo hun eigen belangen bij het vertaalproject. Maar gaandeweg realiseren zij zich, dat zij hun eigenbelang én hun vooroordelen moeten overwinnen, om de tekst te kunnen vertalen. Dan ontdekken ze ook dat de rol hen verandert en hun uitdaagt op een nieuwe manier te denken. Maar inmiddels heeft de politiek lucht gekregen van het bestaan van de boekrol, en de vlam dreigt dan ook in de pan te slaan...