De jongen die ik was is Wolffs herschepping van een jeugd, zo waarachtig in al zijn bijzondere aspecten dat wij, ongeacht onze eigen ervaringen, onszelf wel moeten herkennen in deze sluwe, eigenaardige jongen die uiteindelijk toch zal winnen. Toby - of 'Jack', zoals hij zich liever noemt, naar Jack London - is door echtscheiding van zijn van zijn vader en broer gescheiden en voortdurend met zijn moeder onderweg. De twee ontwikkelen een bijna telepathisch vertrouwensrelatie die hen op de been houdt tijdens hun omzwervingen van Florida naar Utah, en tenslotte naar een klein stadje in de Cascade Mountains van Washington, waar zijn moeder hertrouwt zodat een einde komt aan de opeenvolging van van nieuwe scholen en banen, vrienden en vrijers. Jacks nieuwe bestaan wordt een strijd om een eigen identiteit en om zelfrespect tegenover de niet -aflatende vijandigheid van een bijna Dickensiaanse stiefvader