Er was eens een arme boer met acht kinderen, van wie de jongste zoon nog nooit bang was geweest. Als hun enige inkomstenbron, koe Lena, wordt gestolen door de Grote Engel Trol, biedt de jongste zoon aan om het beest te gaan halen. Door zijn vriendelijkheid lukt het de jongen de engste wezens te trotseren en zelfs hun hulp te krijgen.