Oostenrijk, 1942. De achtjarige Jakob rent op stoffen schoenen het bos in. In de ene hand houdt hij een steen geklemd, in de andere een kistje. Zijn ouders zijn zojuist voor zijn ogen neergeschoten door Duitse soldaten. Jakobs vaders was van Roma- en Jenische afkomst – een zigeuner dus. Een volk dat onder het naziregime genadeloos wordt vervolgd. Jakob overleeft, maar in zijn hart bewaart hij een verschrikkelijk geheim.