Op een dag neemt de vader van Freidoon zijn zoon mee naar het moderne gedeelte van hun woonplaats Herat, onder het voorwendsel dat ze naar de intocht van de koning gaan kijken. In werkelijkheid wil hij de jongen voorstellen aan zijn nieuwe vrouw. Zijn nieuwe moeder gebruikt hem echter van begin af aan als voetveeg. Om de spanning te ontvluchten zwerft Freidoon door de stad. Hij komt op plaatsen die hij nog niet had ontdekt en ontmoet nieuwe mensen. Hij raakt gefascineerd door de glasblazers die in de oosterse wereld bekendstaan als tovenaars met glas. Vooral Maryam, de dochter van de meesterglasblazer, interesseert Freidoon en hij probeert uit alle macht dicht bij haar te komen.