De 18-jarige Luca woont op Sicilië, een prachtige, maar ook uitzichtloze plek waar voor jongeren nauwelijks werk te vinden is. Het is bovendien een eiland waar voortdurend Afrikaanse vluchtelingen aankomen, zoals de jonge Ahmed. Luca slijt zijn dagen als kaartjesverkoper in een museum, piekerend over zijn verliefdheid op Sofia, totdat de oude poppenspeler Matteo ten tonele verschijnt. Hij daagt Luca uit boeken te gaan lezen, rondleidingen te geven en verhalen te vertellen. Maar waarom blijft Ahmed zo lang in de stad rondhangen? Beseft hij niet dat vluchtelingen hier maar al te vaak een gewillige prooi zijn voor de meedogenloze maffia?