Na drie beroertes zit de ruim zestigjarige Felix Haen in een rolstoel. Hij kan niet meer gaan en praten. Hij lacht of weent, stoot klanken uit en gebruikt allerlei lichaamsbewegingen om zijn af en toe opborrelende herinneringen en gevoelens te uiten. In een lange monoloog mijmers zijn bijna even oude vrouw Josfien over haar leven met Felix en over haar onzekere toekomst. Een ongeveer veertigjarige en niet al te snuggere warenhuisverkoper komt Felix (zijn vroegere chef) bezoeken. Deze Roger Paelinck zal ongewild enkele voor Josfien onbekende feiten onthullen en daardoor een stoorzender in haar leven met Felix worden. Na Paelincks bezoek liggen een aantal van Josfiens zekerheden aan scherven. Haar monoloog gaat dan een heel andere richting uit. Is haar Felix een leven lang een man met twee gezichten geweest? Is haar huwelijk jarenlang overschaduwd door bedrog en ontrouw? Zal Josfien toegeven aan haar drang naar meedogenloze wraak? Komt het tot een door jaloersheid aangedreven moord of is er voldoende twijfel om een ander met de mantel der liefde te bedekken...?
