De kunsten bloeiden in het midden van de jaren dertig op Bali. Vanuit de hele wereld trokken kunstenaars naar het eiland en raakten geïnspireerd en betoverd door de Balinese cultuur. Onder hen ook de schilders Rudolf Bonnet en Willem en Maria Hofker. Maar aan die wereld kwam een eind toen de Tweede Wereldoorlog uitbrak. Bonnet en beide Hofkers kwamen in een jappenkamp op Celebes terecht. Rudolf en Willem in hetzelfde kamp als Han, de vader van Jan Brokken, Maria in hetzelfde kamp als zijn moeder Olga. Op ingenieuze en ongeëvenaarde wijze verweeft Brokken hun verhalen. Hij wekt het rijke culturele leven op Bali tot leven, maakt de voortdurende angst in het kamp indringend invoelbaar, en laat zien hoe kunst in onmenselijke omstandigheden een redding kan zijn.